Visie op leren
Bruggen bouwen via visies op leren

Review door Wicher Meijer 

HBO directeur


Bespreking: Lerende organisaties 2.0:  Nieuwsgierigheid als motor
Prof. P. Robert-Jan Simons 2025

Een leven lang nieuwsgierig
Als iemand een leven lang leren in de praktijk gebracht heeft, dan is het Robert-Jan Simons wel en ondanks het feit dat recent zijn nieuwste boek, “Een leven lang leren 2.0: nieuwgierigheid als motor”, verschenen is als een soort van legacy, geeft hij niet de indruk dat hiermee zijn leren en ontwikkelen gestopt is.
Veel van zijn eerdere inzichten komen in het boek aan de orde, maar ook nadrukkelijk veel nieuw werk van hemzelf en anderen, verschenen in de periode na zijn afscheidscollege in Utrecht 2013, maken het een goed en compleet boek.
Het boek in kort bestek
De opbouw van het boek is goed en aansprekend. Elk hoofdstuk begint met een persoonlijke observatie, gevolgd door een helder -actueel- overzicht van de diverse inzichten in de literatuur. Duidelijke overzichten en opsommingen, afgewisseld met korte samenvattingen van de essentie, geven structuur en uiteraard wordt elk hoofdstuk afgesloten met reflectievragen en een literatuuroverzicht. Je hebt kijk op leren en ontwikkelen of je hebt het niet.
In het eerste deel gaat het vooral over de achtergronden van het wat en waarom van de lerende organisatie, afgesloten met een nieuw model. Volgens dat model wordt in het tweede deel het fenomeen lerende organisatie nader uitgewerkt via 8 concreet beschreven richtlijnen. Tenslotte wordt in het derde deel aangegeven hoe een lerende organisatie te worden en wat dat op moet leveren.
Het is uiteindelijk een omvangrijk boek geworden van ruim 350 pagina’s en dat maakt snel iets terug willen lezen niet altijd eenvoudig, een nog iets meer toegankelijke lay-out (er is sprake van veel verschillend opgemaakte lijstjes en figuren) en een korte kernachtige samenvatting per hoofdstuk zouden behulpzaam kunnen zijn. Uiteraard worden de gebruikte bronnen “onderweg” keurig genoemd en ook is er sprake van een uitgebreide literatuurlijst.
Enkele observaties over de inhoud
De meeste organisaties zorgen met enige regelmaat voor een update van hun visie, maar daar blijft het dan vaak bij.  In m.i. een terecht betoog wordt gesteld dat daarbij onlosmakelijk een gedeelde visie op leren hoort. Citaat: ”Wel van belang om het te verbinden met actuele leertheorieën om het enigszins wetenschappelijk verantwoord te kunnen doen”. Immers in een visie leg je o.a. vast wat je onderscheidt van anderen, probeer je je voor te bereiden op de sterk veranderende toekomst en probeer je maximaal rendement te hebben van je human resources. Dat kan alleen als er sprake is van een gedeelde organisatie-visie met een duidelijke focus op leren, is de stelling. Dat sluit nog steeds goed aan op de definitie van Simons en Bolhuis uit (einde vorige eeuw): “leren is het ontstaan of het tot stand brengen van relatief duurzame veranderingen in kennis, houdingen en vaardigheden en in het vermogen om te leren; deze veranderingen resulteren -mits de condities daartoe aanwezig zijn – in veranderingen in arbeidsresultaten en arbeidsprocessen bij individuen, groepen en/of de organisatie”. Leren is een collectief proces.
Er wordt ook gesproken over teamwerk in een lerende organisatie, daarover volgen een paar interessante observaties welke naar mijn idee in de praktijk van werken in teams nog te weinig aandacht krijgen. In teams gaat het om samen werken, maar ook nadrukkelijk om samen leren. Dit met behoud van voldoende ruimte voor zelfsturend leren en ontwikkelen van het individu. Waarbij het fenomeen lerende organisatie in gelijke mate moet slaan op het leren van het individu, van het team en van de organisatie als geheel. Werken met stappenplannen wordt aanbevolen, maar de echte motor van het geheel is nieuwsgierigheid, zoals ook de ondertitel van het boek terecht luidt.
Tenslotte nog een paar korte observaties over leidinggeven binnen de lerende organisatie. Tegenwoordig is er veel meer sprake van gespreid leiderschap over verschillende niveaus en ook van verschillende duur, en de man/vrouw aan de top is veel minder van doorslaggevend belang. Leidinggeven in lerende organisaties is vooral inspireren en regievoeren, veel daarover in dit boek is concreet en direct toe te passen.
Daar had ik nog wel wat meer van willen weten.
Regelmatig wordt -terecht- gesteld dat in een goede lerende organisatie er altijd sprake dient te zijn van een stelsel ondersteunende voorwaarden, waaronder passende voorzieningen en faciliteiten op terreinen als bijvoorbeeld ICT en HR, waarbij voor wat betreft dat laatste het voeren van goede (talent-)ontwikkelgesprekken aan de orde komen. Wat minder aan de orde komt en wellicht ook een beetje buiten het bestek van de lerende organisatie valt is de tegenwoordige moderne arbeidsrelatie zowel gezien vanuit de werkgever als ook de werknemer.  Wel wordt gesignaleerd dat werknemers ook veranderen. Tegenwoordig is de relatie veel meer op basis van gelijkwaardigheid, mogelijk deels op afstand, deels met maatwerk voorwaarden en minder gericht op de lange duur.  Dat doet iets met het fenomeen lerende organisatie, waarin op meerdere fronten langdurig commitment gevraagd wordt om uiteindelijk tot een effectieve inzet van teams te kunnen komen.
Er wordt gesproken over voorbeelden en inspiratiebronnen, zo wordt een achterneef die regisseur is opgevoerd, zijn aanpak spreekt aan en leidt vaak tot succes, kort samengevat: hoe halen we het beste uit mensen en hoe blijven ze daarbij zoveel mogelijk zichzelf. Verderop in het boek wordt gesproken over welke beroepen het meest succesvol bij (onderwijs)reorganisaties kunnen helpen.  Hieruit komt de architect naar voren als ideaal voorbeeld voor succes op de lange termijn, deze werkt strak planmatig en is een soort regisseur van een ingewikkeld en complex proces. Hoe komen de systeemwereld en de gevoelswereld effectief bij elkaar, daar kan nog een mooie brug worden geslagen.
Afrondend
Het is een zeer lezenswaardig boek geworden, waarin veel inzichten van de schrijver maar ook van talloze anderen op een prettige manier worden geordend. Een beetje doorzettingsvermogen wordt wel van de lezer gevraagd, vanwege de omvang. Ik heb zeker de indruk dat Robert-Jan nog niet uitgeschreven is. Het maakt mij nieuwsgierig naar het vervolg.
Breda, augustus 2025
Wicher Meijer, werkzaam geweest is in verschillende leidinggevende functies in het HBO
Persoonlijke noot
Mijn eigen kennismaking met “leren leren” dateert van midden jaren 70, tijdens de PA opleiding, door gebruik te maken van “Leren op school” van C. F. Parreren, uitgeven vanaf ca 1964 tot begin 1990!  Vervolgens kwam ik begin jaren 90 veelvuldig in aanraking met het werk van Peter Senge, “De vijfde discipline”. Beide weliswaar van lang geleden, maar op onderdelen nog steeds bouwstenen voor Robert-Jan.
Mijn nieuwsgierigheid naar de kennis en inzichten van Robert-Jan werden gewekt tijdens een lezing begin deze eeuw, over loeiende koeien, deze metafoor is ook terug te vinden in dit nieuwste boek. We kwamen elkaar later weer professioneel tegen in verschillende rollen. Zijn opvattingen en positief kritische - nieuwsgierige - vragen over de opbrengsten van onderwijs en de borging daarvan, hebben me altijd geïnspireerd.