Visie op leren
Bruggen bouwen via visies op leren

Dit is een nieuwe pagina.

Vorm en inhoud
Dit boek baseer ik op sociaalwetenschappelijk onderzoek, voor zover beschikbaar en voor zover ik het ken. Er is echter zoveel onderzoek dat niemand dit allemaal kan kennen. Hoewel ik wel een omgevallen boekenkast word genoemd, ken ook ik nog maar een fractie van al het beschikbare en relevante onderzoek. Sociaalwetenschappelijk onderzoek leidt in mijn ervaring maar heel zelden tot direct volgende toepassingen. Ik geloof dus niet in “evidence based practice”, maar wel in “evidence informed practice”. Er is gewoon vrijwel geen onderzoek gedaan dat rechtstreeks en overal kan worden toegepast. Wel is er veel onderzoek dat innovatie kan inspireren. Ook hecht ik daarnaast veel waarde aan (nog) niet of in beperkte mate op onderzoek gebaseerde ideeën. Over heel veel thema’s is nog geen onderzoek of nog onvoldoende stevig onderzoek gedaan. Dan is er soms wel doordachte theorie beschikbaar of er zijn “ervaringen in de praktijk”. Die wil ik zeker ook een plek geven in mijn denken. Uiteindelijk gaat de toepassing van onderzoeken m.i. altijd op de één of andere manier via de tussenstap van concepten of theorie. Naast onderzoekskennis is m.i. ook ervaringskennis belangrijk in een boek als dit. Die ervaringskennis kan persoonlijk zijn of opgedaan zijn via casestudies. Tenslotte kan ik soms ook niet om persoonlijke opvattingen heen. Ik probeer wel om deze zoveel mogelijk zichtbaar te maken.
Om mensen te helpen onderscheid te maken en prioriteiten te stellen, definieer ik in de hoofdstukken in deel II een gamechanger. Dit is een activiteit of traject dat naar mijn ervaring voor echte verandering kan zorgen, omdat dit andere activiteiten met zich meebrengt en het denken kan veranderen. Dit zijn natuurlijk subjectieve ervaringen die gebaseerd zijn op persoonlijke waarnemingen.
Uit mijn ervaringen als redacteur van de Canon van het leren (Ruijters & Simons, 2012) en van de Canon van leren en ontwikkelen (Ruijters, Schut en Simons, 2022) heb ik afgeleid dat persoonlijke inleidingen erg gewaardeerd worden door lezers en studenten. Sommige lezers schijnen zelfs alleen maar de persoonlijke inleidingen uit de Canon te lezen. Elk hoofdstuk in dit boek begint met een persoonlijke inleiding waarin ik anekdotes vertel over mijn persoonlijke kennismaking met het onderwerp uit het hoofdstuk.
In 1981 ben ik gepromoveerd op een proefschrift over de rol van metaforen bij het leren (Simons, 1981). In het kader van mijn onderzoek heb ik vooral de waarde van metaforen leren kennen. Ze helpen mensen vooral om diepgaander  en actiever te leren. Sindsdien gebruik ik in mijn opleidingen regelmatig ook metaforen om ideeën te verhelderen en mensen actiever te laten nadenken. In elk hoofdstuk heb ik in dit boek een kernmetafoor opgenomen met een tekeningetje ter verluchting erbij van mijn jongste dochter Flo. Die kernmetaforen scheppen als het goed is een soort bodem waarop het denken in het betreffende hoofdstuk gebouwd kan worden. Metaforen, zo bleek uit mijn proefschrift, kunnen mensen activeren bij het leren, doordat ze eigen inbreng moeten leveren bij het vergelijken van de metafoor met de tekst. Het is mijn bedoeling dat lezers tijdens het hoofdstuk steeds blijven denken wat de inhoud van het hoofdstuk met die metafoor te maken heeft. In het onderhavige hoofdstuk zou ik als kernmetafoor bijvoorbeeld “een nieuw jasje aantrekken” kunnen beschrijven.
Dan moet je eerst je oude jasje uittrekken en vervolgens het nieuwe op maat laten maken en aantrekken. Voor het nieuwe idee van een lerende organisatie 2.0 moet dus eerst het oude idee van een lerende organisatie worden verlaten (door serieus te kijken naar de bezwaren en nadelen) en vervolgens het nieuwe jasje aan te trekken, nadat het gepast en op maat gemaakt is, door een nieuw concept van een lerende organisatie 2.0 over te nemen en/of  te ontwikkelen.